Je gaat lopen en als de hond je inhaalt zeg je niks, draai je je om en loop je de andere kant op. Op deze manier leert hij op jou te letten en niet andersom. Door niet te praten kan de hond jouw emoties niet horen (hoge stem is onzeker, gefrustreerd, druk waardoor de pup ook druk wordt enz.). Naast dat kan hij ook niet horen waar je bent dus moet hij wel opletten. Je doet precies het tegenover gestelde van je hond. Gaat hij naar rechts ga jij naar links, gaat hij langzaam lopen ga jij een aantal passen versnellen zodat hij niet kan blijven staan en de andere honden in de gaten kan houden. Het is niet de bedoeling dat je steeds in rondjes loopt of op een rechte lijn. Jij bepaalt de weg en het tempo. Deze oefening kan je thuis ook goed oefenen.

De aandachtsoefening en andar, als je die nog niet hebt gehad komt die nog, zijn 2 oefeningen die je goed kan oefenen om je hond netjes met je mee te laten lopen. Doe het alleen niet al te lang en voor nu kan je je hond wat langer vrij geven om te snuffelen. Je bouwt het op met de focus. Uiteindelijk kan je langer oefenen en ga je meer vragen. Dus aan een kortere lijn en dat je wil dat de hond echt naast je moet lopen. Maar dat heeft weken en soms zelfs maanden nodig.

Als je de aandachtoefening al een tijdje hebt gedaan kan je nu over naar het praten. De hond let goed op je en trekt niet steeds meer zijn eigen plan. Nu kan je de basis commando’s gaan benoemen. Dat zijn: zit, af, sta, volg, wacht, blijf en hier. De commando’s die we met de cursus nog niet hebben gedaan kan je er nog buiten laten. Maar als we ze over een paar weken wel hebben gehad kan je deze eraan toevoegen.