Deur

Voor je met de hond naar buiten gaat laat je hem nog in de woonkamer. Zo heb jij de tijd en ruimte om je jas aan te doen, schoenen, sleutels pakken en de riem. Laat je je hond meteen al in de gang heeft hij de kans om heen en weer te lopen waardoor hij al opgewonden wordt en zo wil je niet je wandeling beginnen. Als je je hond zover kan trainen dat hij rustig op de mat blijft zitten terwijl je alles pakt en aan doet is dat ook heel netjes. Het gaat erom dat je hond rustig is.

Dan doe je de riem om en zorg je ervoor dat hij niet al heen en weer voor de deur gaat lopen maar houd hem achter je. Je doet de deur open met de hond nog steeds achter je. Jij stapt als eerst naar buiten met ‘wacht’ voor de deur. Je staat nu tegenover je hond. Als de hond rustig is mag hij ook naar buiten. Geef hem het commando ‘zit’ of ‘sta’ zodat je de deur achter je dicht kan doen. Als je door het hek van de tuin moet doe je het weer opnieuw. Zo begin je je wandeling niet met een opgewonden hond en kan hij niet de hele straat al hebben gecheckt waar de katten lopen etc. Hoe de hond de deur of de auto uitgaat bepaald de rest van je wandeling