Hoekwandeling

Deze oefening kent 4 stappen. Iedereen begint in een hoek.

  1. Je hond zonder te trekken bij het hek krijgen
  2. Je hond in naast naar het hek
  3. 'Los' dus alleen aan het handvat. Nu ga je je stem en lichaam gebruiken
  4. Helemaal los

Voel geen druk want de laatste stap is het ideale plaatje. Hier kan je echt weken over doen. Ga met deze 4 stappen vooral niet te snel. Gaat het echt vaak goed, dan pas ga je naar de volgende stap. Ben je pas bij stap 1 dan hoef je de andere stappen ook nog niet te lezen. Letterlijk ga je ook hier stap voor stap. Thuis kan je deze ook oefenen door een stukje tijdens de wandeling deze stappen te doen. Je gaat van een klein stukje naar steeds langer. Het moet opgebouwd worden. Eerst begin je bijvoorbeeld met een straat. Doe deze oefening vooral nog niet in je eigen straat en het liefst buiten de wijk. In de wijk zijn ze alerter en is er minder focus voor jou.

 

Stap 1. Iedere keer als bij stap 1 je hond snel vooruit gaat kan je met je stem op een rustige manier 'hooo' of 'rustig' of iets anders zeggen. Je wil dat je hond langzamer gaat lopen. Zo voorkom je dat er druk op de riem komt te staan, dus ook fijn voor je schouders, en gaat je hond langzamer lopen en kunnen ze meer in de rust komen. Doordat ze rustig zijn kan je ze benaderen en de aandacht krijgen. Je wil dan hij weer naast je komt te staan. Snapt hij het wijzen nog niet begeleidt je hem met de riem laag zodat hij zelf de stappen zet naar jou toe. Na een aantal keer zal hij het doorhebben en kan je wijzen.
Zodra hij naast je staat moet hij echt stil naast je blijven staan. Hij hebt dan ook de kans om weer rechtop te gaan staan. Dan kan je weer lopen. Doe het vooral niet te gehaast want dan bereik je je doel niet. Je hebt ook weinig woorden nodig. Als de hond naast je staat zeg je 'naast'. Dit breng je er alvast in voor de volgende stap. 

Stap 2. De volgende stap is moeilijker want je hond wil graag voor je lopen maar nu moet hij naast je lopen. Zo zijn jullie samen een en voelt je hond niet de drang om je te moeten beschermen als er in de praktijk een andere hond aankomt. Bij een drukke straat is het bijvoorbeeld ook niet fijn als hij voor je uit loopt etc.
Elke keer als je hond jouw inhaalt maak je een geluid. Dit kan een hardere stap zijn/stamp op de grond, knippen in je vingers, 'Uh', 'Nee' etc. Je zegt nog geen 'Naast' want dat kent je hond nog niet. Pas als je hond echt naast je is benoem je het pas. Naast dat je het geluid maakt geef je ook niet meer riem zodat hij verder voor je uit kan lopen. Maar let erop dat je ook geen ruk geeft. De riem blijft ontspannen maar wordt gespannen doordat je hond het eind van de lijn opzoekt. Bij stap 1 heeft je hond geleerd om terug te komen. Nu is je hond maar een paar stappen langs je. Hij kan een paar passen achteruit lopen om weer naast je komen te staan of met een klein bochtje.

Stap 3. Nu doe je hetzelfde als bij stap 2 maar kan je niet meer de riem gebruiken om hem tegen te houden. Daarom moet stap 2 er echt goed in zitten. Bij deze stap heb je dus alleen je stem en lichaam om je hond naast je te houden. Gaat dit goed kan je tijdens het lopen de riem op de rug leggen of de riem laten vallen en dan weer oppakken. Gaat hij er toch vandoor kan je altijd op de riem stappen.

Stap 4. Je hond kan nu ook andere honden negeren en jou volgen. Er zit geen riem meer aan dus je hond kan ook denken dat hij alle vrijheid heeft. Ga pas naar deze stap als je er zelf ook klaar voor bent. Ben je zelf ontspannen en zelfverzekerd, dan ben je klaar voor deze stap.