Nieuwe sport

De naam komt nog. Het moet Engels zijn want ik hoop dat deze sport wereldwijd bekend wordt. Iets van fetch and retriet

Nieuwe sport

  • Spelregels
  • Punten telling
  • Verschillende thema’s
  • Benodigdheden

 

Spelregels:

  • Hond moet blijven zitten, liggen of staan terwijl de baas wegloopt. Dus niet van zit naar af enz.
  • Eerst maakt de hond oogcontact voordat je hem naar je toe roept
  • Zowel de heen als de terugweg (naar je toe en naar het voorwerp) moet de hond over het parcours
  • Onderweg naar het voorwerp moet de hond op aanwijzingen richting het voorwerp. Als je niks zegt mag de hond het voorwerp pakken
  • Bij het pakken van het voorwerp moet de hond het voorwerp terug brengen en in je handen leggen (begin voeten), tenzij ze een andere opdracht krijgen

 

Punten telling:
Je wil zo min mogelijk min punten. Pluspunten zijn er niet en je kan het zover uitbreiden dat je het ook op tijd doet. Zo is er dus altijd een winnaar stel men heeft hetzelfde aantal minpunten of niks.

Het spel is opgedeeld in 6 onderdelen:

  • Van de plek naar de baas
  • Onderweg naar de baas
  • Om de baas
  • Van de baas naar het voorwerp
  • Van het voorwerp naar de baas
  • Het apporteren
  • Diskwalificeren

Per onderdeel kan je minpunten krijgen als het niet helemaal goed wordt uitgevoerd

Van de plek naar de baas:

  • - 1: De hond blijft wel op dezelfde plek maar gaat van sta naar zit, van sta naar af, van zit naar af of andersom
  • -2: De hond komt van zijn plek en zet max 3 stappen
  • -4: De hond gaat aan de wandel maar houdt contact met de baas
  • -6: De hond raakt afgeleid en gaat er vandoor

Onderweg naar de baas:

  • -2: De hond maakt geen oogcontact bij het komen naar de baas
  • -4: De hond neemt de obstakel(s) niet maar houdt wel contact met de baas
  • -6: De hond neemt de obstakel(s) niet en komt ook niet naar de baas

Om de baas:

  • -2: De hond komt netjes bij de baas maar gaat niet om de baas heen maar blijft aan dezelfde kant
  • -4: De hond rent richting de baas en gaat even snuffelen en komt dan
  • -6: De hond gaat niet om de baas en luistert niet

Van de baas naar het voorwerp:

  • -2: De hond neemt een omweg of gaat onderweg zijn behoeften doen
  • -4: De hond neemt het obstakel niet
  • -6: De hond neemt het verkeerde obstakel
  • -6: De hond komt niet bij het voorwerp
  • -6: De hond pakt een onderdeel van het obstakel en gaat ermee vandoor

Van het voorwerp naar de baas:

  • -2: De hond neemt een omweg of gaat onderweg zijn behoeften doen
  • -4: De hond neemt het obstakel niet
  • -4: De hond komt aan bij de baas maar maakt er een spelletje van en gaat er vandoor
  • -6: De hond neemt het verkeerde obstakel
  • -6: De hond pakt een onderdeel van het obstakel en gaat ermee vandoor

Het apporteren

  • -2: De hond laat het voorwerp vallen. Elke keer dat de hond het voorwerp laat vallen komt er 1 minpunt bij. Dus de hond laat een keer het voorwerp vallen is -2. 4 keer laten vallen is -5
  • -4: De hond legt het voorwerp niet in de hand of aan de voeten
  • -6: De hond komt niet aan bij de baas met het voorwerp

Diskwalificeren

  • De hond is agressief naar andere honden en valt aan
  • De hond raakt het voorwerp niet aan
  • De hond laat het voorwerp na snuffelen liggen en komt aan zonder voorwerp
  • De hond rent het veld af
  • De hond komt na langer dan 1 minuut niet onder appél van de baas

 

Verschillende thema’s:

Het leuke van de thema’s is dat het echt voor elk ras is. Achter het thema staat voor welke rasgroepen het thema is bedacht en het meest geschikt is met een uitroep teken. Hieronder het nummer van de rasgroep. Uiteraard is dat thema ook voor andere rassen geweldig om te doen.

  • 1: Herders en veedrijvers: Hollandse herder, Border collie, Schapendoes, Corgi
  • 2: Pinchers, Schnauzers, Molossers en Sennenhonden: Dobermann, Berner Senne
  • 3: Terriërs: Stafford, Jack Russel, Westie, Cairn Terriër, Border terriër
  • 4: Teckels: Standaard, dwerg en kaninchen. Glad, lang of ruwhaar
  • 5: Spitsen en oertyppes: Husky, Akita, Chow Chow, Keeshond, Samojeed, Shiba
  • 6: Lopende en zweethonden: Beagle, Basset, Dalmatiër, Ridgeback, Bloedhond
  • 7: Voorstaande honden: Duitse Staander, Setters, Friese Stabij, Viszla, Pointer
  • 8: Retrievers, Spaniëls en waterhonden: Labrador, Cocker, Kooiker, Toller, Springer
  • 9: Gezelschapshonden: Maltezer, Poedel, King Charles, Franse Bulldog, Shih Tzu
  • 10: Windhonden: Whippet, Greyhound, Afghaanse windhond, Ierse Wolfshond

 

  • Afstand               1, 5, 7, 8, 10
  • Agility 1!, 2 (Pinchers en Schnauzers) 3, 5, 8
  • Apporteren 1, 8!
  • Cross country 1!, 2, 3!, 5, 6, 7!, 8!, 9
  • Dig it 1, 2, 3!, 4!, 5, 7, 8, 9
  • Eten Alle rassen een uitdaging
  • Reddingswerk 1, 2, 8!
  • Speuren 1, 2, 3, 4!, 5, 6!, 7!, 8, 9, 10!


Afstand:
Deze is een uitdaging want de hond moet leren om op lange afstanden te luisteren. Je kan de hond bijvoorbeeld trainen met een fluitje of handsignalen of allebei. Je kan steeds verdere opbouwen tot tientallen meters. Voor de afwisseling kan je er ook een obstakel bij doen. Bijvoorbeeld over een stroompje water, door de struiken of over een boomstam. Voor veel rassen is dit een geweldig thema.

Agility:
De hond wacht en als hij naar de baas rent komt er minimaal een obstakel die je bij agility ook ziet. Hoe hoger het niveau komt kan je in een rechte lijn meerdere obstakels neerzetten tussen de plek waar de hond moet wachten en de baas. Zo gaat dit ook tussen de baas en het voorwerp. Dit kan met dezelfde of andere voorwerpen en hoe verder je komt hoe meer obstakels je er weer tussen doet. Ook tussen het voorwerp en de baas kan je een nieuwe of hetzelfde parcours pakken. Zo is dus het moeilijkste met 3 verschillende rijen aan obstakels van verschillende rijen. Je kan alle obstakels gebruiken die je bij de echte agility ook hebt.

Apporteren:
De hond moet sowieso al apporteren maar onderweg liggen er voorwerpen die de hond moet negeren. De verleiding is groot om een bal, dummy, stof of wat dan ook mee te nemen, zeker als de bek nog leeg is. Dit vraagt veel zelfbeheersing en gehoorzaam aan de baas.

Cross country:
Bij dit thema gebruik je de natuur. Liggende boomstammen, ga je achter een boomstam staan, laat je de hond tegen de klok in om de boom gaan en dan om jou, eventueel door een plas water. Je gebruikt dus alles wat je hebt en kan dit ook prima zelf in het bos doen. De lessen worden ook in het bos gegeven waar mogelijk.

Dig it:
Dit thema is echt voor de Terriërs maar uiteraard ook voor vele andere rassen leuk om te doen. Er is bijvoorbeeld een heuvel van zand. Hier zitten verschillende bakken in waar het voorwerp in wordt gelegd en er wordt wat zand overheen gegooid. De bedoeling is dus dat de hond eerst om de baas heen moet en dan zo snel mogelijk een sprint trekt naar de heuvel. Daar moet de hond op zoek gaan naar zijn voorwerp en die zien uit te graven en weer terug naar de baas te brengen.

Eten:
De grootste uitdaging voor veel honden is dit thema. Onderweg zal er van alles liggen waar de hond zeker wel een hapje van zou willen nemen. Het is op te bouwen van een brokje naar een heerlijke frikandel dat echt heel moeilijk is. Daarom is het dus belangrijk om de hond zo gek te maken van het voorwerp dat hij daar alles voor over heeft. Zelfs als hij het eten wil pakken. Een heel groot voordeel van dit thema is dat je hond leert alleen dingen te mogen pakken als jij het zegt. Dus als je op straat loopt en iemand gooit bijvoorbeeld een worst met een spijker erin op straat dat je je hond hebt geleerd om er vanaf te blijven. Het kan dus zelfs zijn leven redden. Ook in huis zal je geen last hebben van dat de hond dingen van tafel bijvoorbeeld haalt. Maar als je er niet bent zijn er geen garanties.

Reddingswerk:
Voor de echte waterhonden en zeker in de hoge temperaturen is dit een geweldig thema. Het voorwerp moet een kunnen drijven op het water. Die wordt eerst het water in gegooid maar als de hond op de baas moet letten en eerst wat anders uit moet voeren is het natuurlijk wel heel lastig om te onthouden waar het voorwerp ligt. Plus dat er op het water geen geur is dus moeten ze het doen met hun ogen en proberen iets van de geur op te vangen. Er loopt dus geen spoor. Het obstakel is hierin dus het water. De hond moet het voorwerp dus uit het water halen en terug brengen naar de baas. Maar er is ook een tijd aan gebonden dus dat maakt alles nog extra uitdagender. De tijd is als je een extra uitdaging wil of echt wedstrijden gaat doen.
Deze sport is heel goed voor grote en zware honden. Door het zwemmen kunnen ze zich niet verstappen en bouwen ze sterke spieren waardoor hun gewrichten het lichaam goed gezond kunnen houden.

Speuren:
Het voorwerp wordt aan een touw over de grond gesleept. Dan wordt het ergens verstopt want de hond mag het voorwerp bij dit thema absoluut niet zien. De bedoeling is dat de hond moet wachten en dan eerst om de baas heen moet en dan het spoor moet gaan volgen. Dit spoor zal dus de baas en hond bij het voorwerp brengen. Het is in meerdere gradaties te trainen. Hoogte is een moeilijke dus is een stap verder, de afstand enz.

 

Benodigdheden:

  • Het voorwerp moet het aller belangrijkste zijn voor de hond
  • Voor sommige thema’s zoals speuren kan je een tuig en lange lijn gebruiken
  • De voorwerpen en obstakels voor dat thema
  • Vooral veel geduld met aanleren en in kleine stapjes dat je ook voer zou kunnen gebruiken